Dat we als Sporting Trigon wel wat zijn gekrompen qua ledenaantal is een understatement van jewelste, maar we spelen nog steeds eerste klasse, hebben het de in ledental grotere Leidse concurrenten in de afgelopen zaalcompetitie behoorlijk lastig gemaakt, maar zien ook nieuwe gezichten opduiken in de selectie. Na de eerdere kennismakingen met Mees (van Willigen) en Esmee (Mulder), nu de beurt aan Jamie de Waal, topschutter van “beroep”. Afgelopen zaterdag tegen Phoenix nog 7x scorend en dat is nou net de club waar het voor hem allemaal begon.
“Vroeger speelde mijn zus korfbal bij vereniging SV Phoenix. Ik ging als klein jongetje kijken (en schieten) bij haar trainingen en wedstrijden en volgens mij vond ik dat toen ook wel leuk, al weet ik dat niet meer zeker, aangezien het zo lang geleden is.
Voor mijn gevoel wilde vooral mijn vader mij ook wel zien schitteren in de blauwwitte kleuren van Phoenix en sinds toen ben ik begonnen met het beoefenen van de sport”, zegt de 22-jarige Zoetermeerder, die op de leeftijd van de C-jeugd overstapte naar De Meervogels.
“ZKV De Meervogels stond in die tijd bekend voor het weghalen van spelers bij SV Phoenix, omdat het op hoger niveau speelde. Niet iedereen bij Phoenix was daar blij mee en er is altijd wel een Zoetermeerse strijd geweest tussen de twee verenigingen”, vult Jamie. Hij maakte de overstap niet alleen vanwege het niveauverschil, maar ook door de aanwezigheid van zijn beste “korfbalvriend” Alfons (vd Bos, broer van Annika).
“Wij zaten op dezelfde basisschool en gingen vaak in onze vrije tijd schieten en naar korfbal leaguewedstrijden kijken. Vooral die van TOP uit Sassenheim, waar we de mooiste herinneringen aan hebben over gehouden. Ik heb een paar jaar gespeeld bij de Meervogels en heb daar ook het NK mogen spelen in de C1. We werden geen kampioen, maar de ervaring was natuurlijk wel gaaf!”
In de A-jeugd stopten veel vrienden van hem bij de Meervogels en is hij nog één keer teruggegaan naar Phoenix, maar na een jaartje is hij toen vanwege mentale problemen gestopt met de sport.
Bij zijn intrede binnen onze vereniging speelde Alfons (“de beste speler waarmee ik mijn carrière gespeeld heb”) opnieuw een belangrijke rol. “Alfons heeft een keer een post geplaatst over een studentenvereniging bij Trigon. Ik heb daarop gereageerd, omdat ik niet wist dat hij überhaupt weer aan korfbal deed. Hij vroeg mij een keer mee te trainen en ik dacht: waarom ook niet. Het leek me toch wel weer leuk om met mijn maat te kunnen spelen en ik had het spelletje ook wel gemist na een aantal jaar gestopt te zijn”, zegt de student van het NTI in Leiden (Beveiliger 2).
Jamie heeft een duidelijke voorkeur voor het spelen in de zaal: “Ik vind de zaal veel serieuzer, sneller en de geluiden van de schoenen maakt het in mijn ogen een leukere sport om naar te kijken. Ook heb je in de zaal geen last van regen en harde wind. Vooral dat laatste is erg hinderlijk, want dan kan er toch plotseling een enorme “airball” ontstaan zoals dat zo mooi heet. Zelf vind ik mij ook een betere zaalspeler dan veldspeler… ik glij toch minder vaak uit”, zegt hij met een glimlach.
Alle doorgevoerde wijzingen de laatste decennia heeft de korfbalsport goed gedaan, is zijn mening: “Wat mij het meeste aantrok in de korfbalsport was het vele scoren en als je hoger ging spelen het wisselen van functie om de twee doelpunten. In de jeugd was het zo dat je eerst een bepaalde tijd moest aanvallen en dan verdedigen. Het snelle wisselen vind ik erg leuk aan de sport. Ik vind het ook erg leuk en strategisch dat je in korfbal time-outs kan nemen, je een speler mag wisselen om vervolgens naar het andere vak te brengen en het spel kan veranderen (statisch korfbal of dynamisch korfbal).”
Jamie, momenteel werkzaam bij Albert Heijn, ziet zichzelf als een echte aanvaller: “ Ik heb mijn momenten dat ik ook sterk kan verdedigen alleen soms is dat nog wel met enige gemakzucht. Mijn vader, die overigens trouw bij alle wedstrijden komt kijken, vindt dat ik bepaalde punten kan verbeteren. Denk aan het sneller rondspelen van de bal, meer dreiging/variatie in acties (schieten of naar binnen) en het dynamische rebounden als een andere vakspeler schiet. Ik moet zeggen dat ik hem hier ook gelijk in geef.”
Duidelijk is dat Jamie weer plezier in het spelletje heeft en daar boffen we zonder meer mee, getuige zijn inbreng in het afgelopen zaalseizoen. En op termijn?
“Ik ben erg competitief ingesteld. Of dat nou gaat om werk, gamen of sport, dat maakt me niet zo veel uit. Ik wil mezelf altijd verbeteren. Ik hoef niet zozeer beter te zijn dan iemand anders, want dat vind ik zo opschepperig. Ik kijk altijd naar mezelf en hoe ik mezelf kan ontwikkelen. Ik kan dan ook enorm balen als ik er zelf zeven scoor, maar één dom doelpunt doorlaat vlak voor rust”, besluit Jamie, die altijd wel een droom had om zo hoog mogelijk te komen in de korfbalsport en niks uitsluit, maar “altijd zijn best zal blijven doen.”
Dat geldt ook voor zijn maatschappelijke carrière: “Ik weet alleen niet echt of de opleiding iets voor mij is als ik er later werk in moet vinden… ik wist nooit echt wat ik wilde worden en dit sprak me wel aan, alleen nu ik bijna klaar ben met de opleiding twijfel ik of ik wellicht iets anders erna wil gaan doen, omdat het misschien toch niet helemaal mijn ding is”, besluit Jamie eerlijk, die ook plezier beleeft aan een paar bezoekjes per week aan de sportschool. “Ik ben dus erg sportief… “
Wim van Vliet